Wanneer oppassen voor gladheid?

Het is lang geleden dat ik door de polder moest fietsen, maar nu fiets ik een paar keer per week over fietspaden waar niet gestrooid wordt tussen Hilversum en de Bilt (door Hollandsche Rading, Maartensijk en Groenekan).

Wanneer moet ik mij zorgen gaan maken over gladheid, of de fiets laten staan?
Een ‘gewone’ weg vriest niet meteen aan bij de eerste vorst, maar dit ligt allemaal buiten de bebouwde kom en zal dus kouder zijn en er is minder verkeer om het laagje ijs los te rijden.
Wie heeft hier ervaring mee?

Ik vind het probleem van gladheid dat het niet altijd overal glad is.
Je gaat onderuit op de plekken waar je geen gladheid verwacht.

En dat heeft niets te maken met het gebied waar je fietst.
Ik moet vaak door stedelijk gebied.
Over fietspaden waar meestal wordt gestrooid.
Maar op de gemeentegrens is het altijd afwachten of de gemeentes hun strooitaktiek op elkaar hebben afgestemd.
Een andere keer is het zout halverwege de strooiroute op, en is de strooiwagen even zout gaan halen, juist toen jij langskwam.
Enzovoort.

Gladheid ontstaat -afgezien van sneeuw en ijzel- door uitstraling van het wegdek onder onbewolkte hemel. Er vormt zich een tintelend rijplaagje en water gaat over in ijs, al voordat het in de lucht gaat vriezen. Auto’s beslaan al eerder met rijp: het wegdek blijft achter door compenserende bodemwarmte, vooral bij slappe winters.
Uitstraling is vooral bij bruggen en hellingen sterk koelend door gebrek aan bodemwarmte en door extra stralend warmteverlies aan de hemel en aan het water onder de brug. De sterk uiteenlopende mate en frequentie van gladheid is het gevolg van o.a. verschillen in beschaduwing, tijd van het jaar (oplopende zonkracht in de loop van de winter) en behandeling door de wegbeheerder.
Bij en na sneeuwval dikker dan 2 cm moet worden geschoven of beter nog geborsteld om te voorkomen dat aangereden blubber van sneeuw, en opvriezend plaswater het fietspad of de weg voor fietsers onbegaanbaar maakt. Het CROW Fietsberaad heeft voor wegbeheerders een beleidsinstrument ontwikkeld voor de omgang met gladheid op fietspaden en andere fiets wegen. Zie www.fietsberaad.nl